27 Bijbelvers over Zeven- Tot Negenhonderd

Meest relevante verzen

Richteren 20:15

En de kinderen van Benjamin werden te dien dage geteld uit de steden, zes en twintig duizend mannen, die het zwaard uittrokken, behalve dat de inwoners van Gibea geteld werden, zevenhonderd uitgelezene mannen.

Richteren 20:16

Onder al dit volk waren zevenhonderd uitgelezene mannen, welke links waren; deze allen slingerden met een steen op een haar, dat het hun niet miste.

2 Samuël 10:18

Maar de Syriers vloden voor Israels aangezicht, en David versloeg van de Syriers zevenhonderd wagenen, en veertig duizend ruiteren; daartoe sloeg hij Sobach, hun krijgsoverste, dat hij aldaar stierf.

2 Koningen 3:26

Doch als de koning der Moabieten zag, dat hem de strijd te sterk was, nam hij tot zich zevenhonderd mannen, die het zwaard uittogen, om door te breken tegen den koning van Edom; maar zij konden niet.

Nehemia 7:37

De kinderen van Lod, Hadid en Ono, zevenhonderd een en twintig;

Ezra 2:33

De kinderen van Lod, Hadid en Ono, zevenhonderd vijf en twintig.

Ezra 2:66

Hun paarden waren zevenhonderd zes en dertig; hun muildieren, tweehonderd vijf en veertig;

Nehemia 7:68

Hun paarden, zevenhonderd zes en dertig; hun muildieren, tweehonderd vijf en veertig;

Ezra 2:25

De kinderen van Kirjath-Arim, Cefira en Beeroth, zevenhonderd drie en veertig.

Nehemia 7:29

De mannen van Kirjath-Jearim, Cefira en Beeroth, zevenhonderd drie en veertig;

Jeremia 52:30

In het drie en twintigste jaar van Nebukadrezar voerde Nebuzaradan, de overste der trawanten, gevankelijk weg van de Joden zevenhonderd vijf en veertig zielen. Alle zielen zijn vier duizend en zeshonderd.

Ezra 2:9

De kinderen van Zakkai, zevenhonderd zestig.

Nehemia 7:14

De kinderen van Zakkai, zevenhonderd en zestig;

Ezra 2:5

De kinderen van Arach, zevenhonderd vijf en zeventig.

2 Samuël 23:8

Dit zijn de namen der helden, die David gehad heeft: Joscheb Baschebeth, de zoon van Tachkemoni, de voornaamste der hoofdlieden. Deze was Adino, de Ezniet, die zich stelde tegen achthonderd, die van hem verslagen werden op eenmaal.

Nehemia 11:12

En hun broederen, die het werk in het huis deden, waren achthonderd twee en twintig. En Adaja, de zoon van Jeroham, den zoon van Pelalja, den zoon van Amzi, den zoon van Zacharja, den zoon van Pashur, den zoon van Malchia;

Jeremia 52:29

In het achttiende jaar van Nebukadrezar, voerde hij gevankelijk weg achthonderd twee en dertig zielen uit Jeruzalem;

Nehemia 7:13

De kinderen van Zatthu, achthonderd vijf en veertig;

Richteren 4:3

Toen riepen de kinderen Israels tot den HEERE; want hij had negenhonderd ijzeren wagenen, en hij had de kinderen Israels met geweld onderdrukt, twintig jaren.

Richteren 4:13

Zo riep Sisera al zijn wagenen bijeen, negenhonderd ijzeren wagenen, en al het volk, dat met hem was, van Haroseth der heidenen tot de beek Kison.

Nehemia 11:8

En na hem Gabbai, Sallai; negenhonderd acht en twintig.

Ezra 2:8

De kinderen van Zatthu, negenhonderd zestig.

1 Kronieken 9:9

En hun broederen naar hun geslachten, negenhonderd zes en vijftig; al deze mannen waren hoofden der vaderen in de huizen hunner vaderen.

Ezra 2:36

De priesters. De kinderen van Jedaja, van het huis van Jesua, negenhonderd drie en zeventig.

Nehemia 7:39

De priesters: de kinderen van Jedaja, van het huis van Jesua, negenhonderd drie en zeventig;

2 Kronieken 15:11

En zij offerden den HEERE ten zelfden dage van den roof, dien zij gebracht hadden, zevenhonderd runderen en zeven duizend schapen.

Knowing Jesus Everyday

Never miss a post

Public domain